Drys motorluik1
affrezen aluminium profiel
« van 5 »

 

Het zg. klossen van de zalingen houdt in dat je passende stukjes van een hardhout of kunststof vastlijmt in de voorzijde van de zalinghouders (zie foto). Het doel is de bewegingsvrijheid van de zalingen achterwaarts te beperken en zo een stabielere verstaging te krijgen. De spanning op het onderwant vermindert en de het gebruik van de achterstag wordt effectiever. Omdat het klossen van de zalingen alleen maar voordelen biedt, wordt dit ook aanbevolen voor schippers die geen wedstrijden zeilen 

 Zonder klossen kan de afstand tussen de zalinguiteinden bij een Proctormast variëren van 380 tot 400 mm. Als je de achterstag aantrekt, verandert de onderlinge hoek die de zalingen maken omdat ze niet stuiten tegen de zalinghouders. Gekloste zalingen beperken deze bewegingsvrijheid.  

De klassenregels stellen dat de zalingen moeten kunnen bewegen maar laten toe dat de achterwaartse hoek zodanig beperkt wordt dat de afstand van de achterzijde van de mast tot een denkbeeldige lijn tussen de zalinguiteinden minimaal 260 mm is. Bij een nagenoeg of geheel rechte mast zal de afstand bij ongekloste zalingen circa 280 mm zijn (zie schets).  

 Door te verhinderen dat de zalingen achterwaarts gaan bewegen als je de achterstag aantrekt, bereik je de volgende voordelen: 

  1. Het topwant draagt meer bij aan het controleren van de mastbuiging. 
  1. De spanning op het topwant blijft ongeveer gelijk, omdat bij gekloste zalingen de topwanten mee naar voren gedrukt worden. 
  1. De spanning op het onderwant neemt minder toe. Dat vermindert de belasting op het onderwant (dat van origine ondergedimensioneerd is). Bovendien kan de uitgangsspanning minder zijn. 
  1. De controle op de voorstagspanning verbetert, omdat de mast meer stabiel is in langsscheepsrichting.  
  1. De het gebruik van de achterstagspanner om druk uit het grootzeil te lozen wordt effectiever. 

 De North Sails Trimguide beveelt 280 mm aan. Dat zal een afstand tussen de zalinguiteinden geven van 1460 mm, gemeten tussen de ogen voor de wanten in de zalinguiteinden. Bij 270 mm neigt het topwant naar een knik voorwaarts. 

 According to the class rule the spreaders has to be able to move for and aft in the spreader  bracketsReducing the aft movement of the spreaders creates a better support for the mast. Using a string, tie the shrouds to pull the spreaders back as far as they will go. Then  measure 280 mm from the string to the aft face of the mast to get the recommended  sweep (North Sails Trim guide). 

 Het is niet onbelangrijk dat de belasting van het onderwant afneemt, vooral als je niet de ‘Deense’’ wantputtingen hebt gemonteerd.  

 De zalinghouders op een Seldenmast zijn anders geconstrueerd. Omdat het hier een vaste constructie betreft, wordt aanbevolen om, indien je een nieuwe verstaging aanschaft, het zo te regelen dat in rust de afstand van 280 mm aangehouden wordt. 

Bron: Medvind 4-2007 (Marek Janiec), vertaald en enigszins ingekort door Ferdinand Postma (MarieTeam2008-2), bijgewerkt Michiel Veldkamp 2021 

Heeft u vragen of wilt u reageren op dit artikel, doe dit dan via ons forum. Kopieer dan de link naar dit artikel in uw bericht op het forum.