Kies voor navigatieverlichting uit het aanbod van Ledverlichting. Ledverlichting is een stuk zuiniger voor uw accu. Driekleuren in de top van de mast (desgewenst met rond schijnend ankerlicht), stoomlicht (voor op de mast) en een heklicht. Voor alleen varen op de motor is er op boeghoogte een stuurboord (groen) en bakboord (rood) en een heklicht (wit) nodig. Kijk bij aanschaf of de technische kwalificaties van de verlichting voldoen aan de toelatingseisen in Nederland.

Spaarzaam verlicht

Wanneer je lange tochten maakt, Harlingen ‑ Lerwick is bijvoorbeeld met een IF al een tocht van 5 tot 6 dagen, dan is de stroomvoorziening aan boord altijd een probleem. Grote stroomvreters komen daarom als eerste in aanmerking om nader onder de loep te nemen. Een 25W toplicht (meer dan 2 ampère) kan (bijna) zonder problemen vervangen worden door een 10W halogeenlampje en een 10W ankerlicht door een 5W halogeenlampje. Metingen met m’n fotocamera (in een lange donkere gang) leverden hoogstens een halve diafragmastop verschil ten nadele van de halogeenlampjes. De besparing is derhalve 60% voor het toplicht en 50% voor het ankerlicht. Toch de moeite waard, want bij lange tochten hoef ik nu maar een keer in de drie dagen stroom te draaien in plaats van om de dag. Helaas passen halogeenlampjes niet direct in de fittingen van de 25W en 10W gloeilampjes.

Ombouwen naar halogeen

In bijgaande tekening is aangegeven hoe ik een halogeenlampje monteer in een oude fitting van een 25W of 10W gloeilampje. Gooi een kapotte gloeilamp niet weg, maar breek het glas eruit en krab met een mesje de kit waarmee het glas aan de fitting zit weg. Onder in de fitting zitten in de kunststof of glazen bodem twee gaatjes waar de twee draadjes van de gloeilamp doorlopen. Deze draadjes zitten aan de buitenkant van de bodem aan twee stukjes messing folie gesoldeerd. Soldeer de draadjes los en verwijder het overtollige soldeer. Neem twee stukken 1,5 mm installatie draad van ongeveer 5 cm lengte, waar de isolatie voorzichtig is afgestroopt (niet weggooien) en soldeer die in de gaatjes waarin de draadjes zaten. Knip zo nodig de uitstekende eindjes van de installatiedraad af en vijl of schuur de twee klodders soldeer mooi glad. De knobbels aan de bodem moeten glad zijn omdat anders de fitting niet goed past. Knip daarna van de einden die boven uit de fitting-opening steken zoveel af dat nog 1,5 cm uitsteekt. Schuif over de draden een stuk van de afgestroopte isolatie zodat nog 0,5 cm ongeïsoleerde draad uitsteekt Neem de twee metalen buisjes uit een kroonsteentje en schroef die zoals op de tekening is aangegeven op de installatiedraad vast. De boutjes moeten naar buiten wijzen. Neem een niet te dik plaatje van niet brandbaar isolerend materiaal (b.v. pertinax of mica) en plaats dit tussen de stukken installatiedraad in de fitting en tussen de kroonsteenbuisjes. Het isolerende plaatje dient ervoor om kortsluiting tussen de kroonsteenbuisjes te voorkomen. Als laatste moet het halogeenlampje worden vastgeschroefd. Dit moet voorzichtig gebeuren, omdat wanneer de uitstekende draden van het lampje verbogen worden het glas van het lampje kan breken. Wanneer het lampje met de handen is aangeraakt moet het weer vetvrij gemaakt worden met een schoon doekje en b.v. spiritus. Daarna is het geheel gereed om op de plaats van een gloeilamp in de fitting van het toplicht gemonteerd te worden. Er zijn ook speciale fittingen voor halogeenlampjes in de handel die in plaats van de kroonsteenbuisjes gebruikt kunnen worden. Die hebben het voordeel dat de pootjes van het halogeenlampje uitstekend passen en dat bij het monteren het glas niet beschadigd kan worden. Ook is het isolerende plaatje dan niet nodig. Het monteren van zo’n fitting aan de twee installatiedraden is echter lastig omdat de voor gemonteerde aansluitdraden die al aan die fittingen zitten net iets dunner zijn dan 1,5 mm. De voor gemonteerde draden zijn jammer genoeg te slap om het lampje overeind te houden.

Het enige probleem dat ik zie met het gebruik van halogeenlampjes is de iets te geringere lichtsterkte, maar een gloeilamp die al een jaar in de mast zit heeft ook al wat van zijn oorspronkelijke lichtsterkte verloren. Ook heb ik de indruk dat halogeenlampjes langer meegaan dan gewone gloeilampen. Het installatiedraad veert kennelijk net genoeg om trillingen van het lampje te voorkomen en in de top van de mast worden de lampjes ook voldoende gekoeld. Iemand vertelde mij dat halogeenlampjes niet voldoen omdat door de horizontale gloeidraad de drie kleuren van het toplicht niet voldoende gescheiden worden. Onder een bepaalde hoek zou je zowel rood als groen gelijktijdig kunnen zien. Het gedeelte van de gloeidraad van een halogeenlampje dat licht geeft is maar ongeveer 2 mm lang en de praktijk wijst uit dat het effect verwaarloosbaar is. Bovendien lijkt het me niet zo’n probleem. Ik herken grote schepen die recht op mij afkomen ook altijd omdat ik dan zowel een groen als een rood licht zie.

Kies voor navigatieverlichting uit het aanbod van Ledverlichting. Ledverlichting is een stuk zuiniger voor uw accu. Driekleuren in de top van de mast (desgewenst met rond schijnend ankerlicht), stoomlicht (voor op de mast) en een heklicht. Voor alleen varen op de motor is er op boeghoogte een stuurboord (groen) en bakboord (rood) en een heklicht (wit) nodig. Kijk bij aanschaf of de technische kwalificaties van de verlichting voldoen aan de toelatingseisen in Nederland.

Spaarzaam verlicht

Wanneer je lange tochten maakt, Harlingen ‑ Lerwick is bijvoorbeeld met een IF al een tocht van 5 tot 6 dagen, dan is de stroomvoorziening aan boord altijd een probleem. Grote stroomvreters komen daarom als eerste in aanmerking om nader onder de loep te nemen. Een 25W toplicht (meer dan 2 ampère) kan (bijna) zonder problemen vervangen worden door een 10W halogeenlampje en een 10W ankerlicht door een 5W halogeenlampje. Metingen met m’n fotocamera (in een lange donkere gang) leverden hoogstens een halve diafragmastop verschil ten nadele van de halogeenlampjes. De besparing is derhalve 60% voor het toplicht en 50% voor het ankerlicht. Toch de moeite waard, want bij lange tochten hoef ik nu maar een keer in de drie dagen stroom te draaien in plaats van om de dag. Helaas passen halogeenlampjes niet direct in de fittingen van de 25W en 10W gloeilampjes.

Ombouwen naar halogeen

In bijgaande tekening is aangegeven hoe ik een halogeenlampje monteer in een oude fitting van een 25W of 10W gloeilampje. Gooi een kapotte gloeilamp niet weg, maar breek het glas eruit en krab met een mesje de kit waarmee het glas aan de fitting zit weg. Onder in de fitting zitten in de kunststof of glazen bodem twee gaatjes waar de twee draadjes van de gloeilamp doorlopen. Deze draadjes zitten aan de buitenkant van de bodem aan twee stukjes messing folie gesoldeerd. Soldeer de draadjes los en verwijder het overtollige soldeer. Neem twee stukken 1,5 mm installatie draad van ongeveer 5 cm lengte, waar de isolatie voorzichtig is afgestroopt (niet weggooien) en soldeer die in de gaatjes waarin de draadjes zaten. Knip zo nodig de uitstekende eindjes van de installatiedraad af en vijl of schuur de twee klodders soldeer mooi glad. De knobbels aan de bodem moeten glad zijn omdat anders de fitting niet goed past. Knip daarna van de einden die boven uit de fitting-opening steken zoveel af dat nog 1,5 cm uitsteekt. Schuif over de draden een stuk van de afgestroopte isolatie zodat nog 0,5 cm ongeïsoleerde draad uitsteekt Neem de twee metalen buisjes uit een kroonsteentje en schroef die zoals op de tekening is aangegeven op de installatiedraad vast. De boutjes moeten naar buiten wijzen. Neem een niet te dik plaatje van niet brandbaar isolerend materiaal (b.v. pertinax of mica) en plaats dit tussen de stukken installatiedraad in de fitting en tussen de kroonsteenbuisjes. Het isolerende plaatje dient ervoor om kortsluiting tussen de kroonsteenbuisjes te voorkomen. Als laatste moet het halogeenlampje worden vastgeschroefd. Dit moet voorzichtig gebeuren, omdat wanneer de uitstekende draden van het lampje verbogen worden het glas van het lampje kan breken. Wanneer het lampje met de handen is aangeraakt moet het weer vetvrij gemaakt worden met een schoon doekje en b.v. spiritus. Daarna is het geheel gereed om op de plaats van een gloeilamp in de fitting van het toplicht gemonteerd te worden. Er zijn ook speciale fittingen voor halogeenlampjes in de handel die in plaats van de kroonsteenbuisjes gebruikt kunnen worden. Die hebben het voordeel dat de pootjes van het halogeenlampje uitstekend passen en dat bij het monteren het glas niet beschadigd kan worden. Ook is het isolerende plaatje dan niet nodig. Het monteren van zo’n fitting aan de twee installatiedraden is echter lastig omdat de voor gemonteerde aansluitdraden die al aan die fittingen zitten net iets dunner zijn dan 1,5 mm. De voor gemonteerde draden zijn jammer genoeg te slap om het lampje overeind te houden.

Het enige probleem dat ik zie met het gebruik van halogeenlampjes is de iets te geringere lichtsterkte, maar een gloeilamp die al een jaar in de mast zit heeft ook al wat van zijn oorspronkelijke lichtsterkte verloren. Ook heb ik de indruk dat halogeenlampjes langer meegaan dan gewone gloeilampen. Het installatiedraad veert kennelijk net genoeg om trillingen van het lampje te voorkomen en in de top van de mast worden de lampjes ook voldoende gekoeld. Iemand vertelde mij dat halogeenlampjes niet voldoen omdat door de horizontale gloeidraad de drie kleuren van het toplicht niet voldoende gescheiden worden. Onder een bepaalde hoek zou je zowel rood als groen gelijktijdig kunnen zien. Het gedeelte van de gloeidraad van een halogeenlampje dat licht geeft is maar ongeveer 2 mm lang en de praktijk wijst uit dat het effect verwaarloosbaar is. Bovendien lijkt het me niet zo’n probleem. Ik herken grote schepen die recht op mij afkomen ook altijd omdat ik dan zowel een groen als een rood licht zie.