2e accu IF
De tweede accu komt bij voorkeur ook onder de vloer bij de ingang. Op een IF is hiervoor geen ruimte. De ballast blijkt minder ruimte over te laten dan op een IF-E. “Uiteindelijk heb ik de accu in de kast aan BB net achter het mastschot geplaatst. Voordeel van deze plaatsing is, dat de accu redelijk laag in de boot staat en vrijwel exact op het gewichtszwaartepunt van de boot in lengterichting. Een ideale plek voor het stampgedrag, maar niet zo mooi laag als in de bilge. Ook mijn schakelpaneel, zekeringen e.d. heb ik relatief ver naar voren gemonteerd, het is namelijk ook een relatief droge plek, zo ver van de ingang”(Anthony de Bont).
Lood of gel?
Beide zijn loodaccu’s maar bij gel is het accuzuur gebonden (vandaar ‘gel’) en kan er dus niet uitlopen onder helling. Voordeel van de gel accu is verder dat deze beter bestand is tegen dieper ontladen en een geringere zelfontlading heeft. De levensduur is in principe het dubbele van een gewone accu. Een gelaccu stelt hogere eisen aan de acculader. Die mag beslist geen te hoge spanning afgeven. Bovendien is de interne weerstand hoger waardoor een gel accu ongeschikt is als startaccu. Een gewone autoaccu is een typische startaccu en minder geschikt om lampjes en instrumenten van stroom te voorzien zonder dat de motor draait en de accu voortdurend bijgeladen wordt. Hij verliest dan snel zijn capaciteit. Wil je 1 accu voor starten zowel als instrumenten en licht neem dan een zogenaamde universele accu.
Capaciteit
Voor een startaccu is 50 Ah genoeg. Voor je verdere gebruik kom je daar al gauw tekort aan, zeker als je eens een nacht wilt doorvaren zonder motor. Het is nuttig eens uit te rekenen hoeveel stroom je dan verstookt. Alleen je 25W toplicht neemt al zo’n 16 Ah als je 8 uur in het donker vaart. Inclusief marifoon, GPS, kajuit- en kompaslicht e.d. kom je al gauw aan 30 Ah. En aangezien je een accu niet verder dan de helft moet ontladen, heb je minimaal 80 Ah nodig. En snel weer bijladen. Overigens, LED navigatieverlichting scheelt een slok op een borrel.
2e accu IF
De tweede accu komt bij voorkeur ook onder de vloer bij de ingang. Op een IF is hiervoor geen ruimte. De ballast blijkt minder ruimte over te laten dan op een IF-E. “Uiteindelijk heb ik de accu in de kast aan BB net achter het mastschot geplaatst. Voordeel van deze plaatsing is, dat de accu redelijk laag in de boot staat en vrijwel exact op het gewichtszwaartepunt van de boot in lengterichting. Een ideale plek voor het stampgedrag, maar niet zo mooi laag als in de bilge. Ook mijn schakelpaneel, zekeringen e.d. heb ik relatief ver naar voren gemonteerd, het is namelijk ook een relatief droge plek, zo ver van de ingang”(Anthony de Bont).
Lood of gel?
Beide zijn loodaccu’s maar bij gel is het accuzuur gebonden (vandaar ‘gel’) en kan er dus niet uitlopen onder helling. Voordeel van de gel accu is verder dat deze beter bestand is tegen dieper ontladen en een geringere zelfontlading heeft. De levensduur is in principe het dubbele van een gewone accu. Een gelaccu stelt hogere eisen aan de acculader. Die mag beslist geen te hoge spanning afgeven. Bovendien is de interne weerstand hoger waardoor een gel accu ongeschikt is als startaccu. Een gewone autoaccu is een typische startaccu en minder geschikt om lampjes en instrumenten van stroom te voorzien zonder dat de motor draait en de accu voortdurend bijgeladen wordt. Hij verliest dan snel zijn capaciteit. Wil je 1 accu voor starten zowel als instrumenten en licht neem dan een zogenaamde universele accu.
Capaciteit
Voor een startaccu is 50 Ah genoeg. Voor je verdere gebruik kom je daar al gauw tekort aan, zeker als je eens een nacht wilt doorvaren zonder motor. Het is nuttig eens uit te rekenen hoeveel stroom je dan verstookt. Alleen je 25W toplicht neemt al zo’n 16 Ah als je 8 uur in het donker vaart. Inclusief marifoon, GPS, kajuit- en kompaslicht e.d. kom je al gauw aan 30 Ah. En aangezien je een accu niet verder dan de helft moet ontladen, heb je minimaal 80 Ah nodig. En snel weer bijladen. Overigens, LED navigatieverlichting scheelt een slok op een borrel.